Stine Jensen: Reflecties op vrijheid

Stine Jensen
Beeld: ©Stef Nagel / Stef Nagel

Ik zit binnen te bingeflixen, de serie Unorthodox. Het is een mooie serie over onvrijheid in een vrije samenleving. De serie gaat over Esty, een meisje dat opgroeit in een orthodoxe Joodse samenleving in New York. Ze ontsnapt als jongvolwassene en vlucht naar Berlijn. Daar stapt ze de volle vrijheid in, waar ze nauwelijks toe is uitgerust. Eerst wil ze van haar onvrije kleding af: weg met die lange rok, die pruik, het keurslijf. Leven in vrijheid betekent ook haar intrede in een competitieve samenleving. Het wordt pijnlijk duidelijk dat het Esty aan de vrijheid van opleiding heeft ontbeerd wanneer ze zich opgeeft voor een auditie voor het conservatorium. Talent is niet genoeg, alleen de allerbesten worden gekozen – en die hebben een jarenlange scholing achter de rug, een zelfopgelegde onvrijheid vol dagelijkse discipline en oefenen, zoals een van haar nieuwe vriendinnen verzucht. Het loopt allemaal goed af, met Esty – en dat is geen spoiler, want het verhaal is allemaal echt gebeurd, de afloop was al bekend. Het is een feel good bevrijdingsverhaal met de seculiere vrijheid als grote winnaar.

Geweldige serie, en toch voelt het bingewatchen anders deze keer. Want tijdens een plaspauze zie ik uit mijn raam een ambulance bij de overburen. Zes figuren, van top tot teen ingepakt in beschermende kleding, hijsen iemand op een brancard. Buiten speelt zich een dramatische film af, zo een waarvan je nog niet weet hoe die afloopt. ‘Surreëel’ mag dan een nieuw taalcliché zijn in deze coronatijd, het is het enige woord dat mij te binnen schiet om deze relatie tussen werkelijkheid en fictie te omschrijven: dat ik een film kijk, die gebaseerd is op de werkelijkheid, maar dat de werkelijkheid intussen op een film lijkt, maar dat niet is. De laatste keer dat ik me kan herinneren dat dit ‘surreële’ gevoel speelde was bij 9/11: twee torens die instortten, dat ‘leek wel een film’.

Deze lockdown betekent voor veel mensen een eerste kennismaking met bewegings- en omgangsonvrijheid die overheidswege zijn opgelegd – ik ben daar één van. De regering bepaalt met hoeveel mensen je mag samenkomen, hoeveel afstand je moet houden, wie een cruciaal beroep heeft en wie niet, hoe je elkaar moet begroeten of mag aanraken, wie waar heen mag reizen, of kinderen naar school mogen of niet. Maar het is een intelligente lockdown. Mits we ons aan de regels houden kunnen we nog naar buiten, voor een frisse neus of een boodschap. Die frisse neus, daar heb ik andere Europese regeringen niet over gehoord. Het biedt ruimte voor interpretatie en daarmee vrijheid: een ommetje, een uur joggen of een halve dag strand. Die vrijheid ervaar ik als prettig, de overheid vertrouwt mij toe dat ik zorgvuldig met de mij geboden verantwoordelijkheid zal omgaan, met een ‘beetje’ vrijheid.

Door het lezen van de bundel De stand van vrijheid. Vrijheid in Nederland 75 jaar na de bevrijding realiseerde ik me nog iets wat hoopvol stemt over vrijheid in tijden van corona in Nederland. Hoewel met de intelligente lockdown ons een aantal vrijheden is afgenomen, houdt een heel belangrijke vrijheid onveranderlijk staande. Voor Nederlanders behoort de vrijheid van meningsuiting, zo blijkt uit de bundel, tot een van de belangrijkste ervaringen van vrijheid. Die vrijheid blijft ook in deze crisis overeind. Je kunt er nog altijd lustig op los twitteren en opiniëren. In tijden van corona worden politici gevierd, maar ook bekritiseerd; er wordt flink gedebatteerd over het wel of niet invoeren van een app en in hoeverre die onze vrijheden zal inperken.

‘Vrijheid is nooit af. Vrijheid is blijvend werk in uitvoering,’ staat er in de conclusie van de bundel. Die zinnen zouden van een nietszeggende abstractie zijn geweest, ware het niet dat we nu aan den lijve ondervinden dat vrijheid een ruimte is waar we samen vorm aan geven. Want de ‘anderhalvemeter’ in het woord ‘anderhalvemetersamenleving’ mag dan spijkerhard ogen – in die zin dat je anderhalve meter met een liniaal kunt meten – maar is dat niet: de ‘anderhalvemeter’ roept veel vragen op over nieuwe omgangsvormen, architectuur en bewegingsvrijheid.  Vrijheid als werkwoord, als afstand, als zoektocht. Zolang wij mee mogen praten, onze mening kunnen uiten, en die mening ook gehoord wordt en ertoe doet, dan ben ik met de auteurs van de bundel mede opgewekt over de stand van de Nederlandse vrijheid – ook, of juíst, in tijden van onvrijheid.

Over Stine

Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze is de auteur van onder meer Goeroes, Go East en Licht op het Noorden. Voor haar kinderboek Lieve Stine, weet jij het kreeg ze de Zilveren griffel. In 2018 hield ze de 5-mei lezing gepubliceerd onder de titel Absolute vrijheid.

Bron: Nationaal Comité 4 en 5 mei.