Stand van het land: Verdeeldheid en onvrede maar ook hoge kwaliteit van leven

Hoe gaat het met Nederland? Plaatsvervangend directeur Marjolijn Olde Monnikhof van het Sociaal en Cultureel Planbureau schetst tijdens de Ambassadeursconferentie een beeld van een veerkrachtig, hoog opgeleid land waar het vertrouwen in de politiek nog nooit zo laag was.

Drie groepen

Twintig procent van de Nederlanders heeft het relatief goed en kan zich goed redden. Een middengroep van 40-45% heeft het redelijk goed, maar maakt zich ook zorgen. Als de kinderopvang niet geregeld is, als de energierekening stijgt of als ouders mantelzorg nodig hebben, dan gaat het ineens of tijdelijk minder goed. 

Een onderlaag van 20-21% heeft minder kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en moet zich met kleine, parttime banen zien te redden. ‘Eén op de negen kinderen in Nederland leeft volgens Nederlandse maatstaven in armoede’, zegt Olde Monnikhof. ‘En wat ikzelf schokkend vind: één op de twintig kinderen in Nederland heeft geen eigen bed. Ze slapen op de grond, op de bank of bij broertjes, zusjes of hun ouders in bed.’

Corona

Twee jaar coronacrisis heeft zijn sporen nagelaten, stelt Olde Monnikhof. ‘De veerkracht in Nederland is groot, maar vooral bij jongeren zien we een daling in welbevinden. De impact van de coronacrisis maakte bovendien duidelijk de kwetsbaarheden die we als samenleving daarvóór al hadden zichtbaar: ongelijke kansen in het onderwijs, mensen die niet de juiste zorg krijgen vanuit het sociaal domein, tweedeling op de arbeidsmarkt waarbij flexwerkers en zzp-ers grote risico’s lopen op inkomens- en baanverlies.’  Gemiddeld geven Nederlanders hun leven een 7,7. Tien tot vijftien jaar geleden zaten mensen veel meer geclusterd rond die 7; nu schuilen er grotere verschillen achter.

Nederlanders maken zich zorgen om de verharding in de samenleving. De bevolking groeit met waarschijnlijk tussen de twee en vier miljoen mensen in 2050. Olde Monnikhof: ‘De grootste zorg onder de bevolking is: gaan we met zo’n groei en al die verschillende groepen nog een beetje leuk om met elkaar? Dat is een interessant aspect: veel mensen zijn erg tevreden over hun eigen leven, maar als ze naar de samenleving als geheel kijken maken ze zich zorgen.’

Ongelijkheid

Uit recent SCP-onderzoek blijkt dat de structurele ongelijkheden tussen sociale groepen in Nederland nagenoeg niet zijn veranderd, ondanks de gunstige economische omstandigheden en veel beleid om sociale verschillen tegen te gaan. Olde Monnikhof: ‘We zien te weinig terug dat het beter gaat en dat is geen goed nieuws. Sterker nog: we zien dat beleid soms zelfs averechts werkt voor mensen. En dat doet wat met het vertrouwen dat mensen in de overheid en de politiek hebben.’

‘Daarnaast zien we grote verschillen in zelfredzaamheid tussen burgers. Vooral tussen mensen die meer en minder kansen hebben op werk en inkomen, sociale netwerken, zorg en ondersteuning of opleiding.’

‘En daarbij: sociaal maatschappelijke effecten duren ongeveer drie tot vijf jaar voordat ze zichtbaar worden. Er is een kans dat die effecten van corona straks stapelen bovenop andere opgaven die er liggen en mogelijk gaan komen als gevolg van de Oekraïne-crisis.’
 

Vertrouwen in de overheid

Het SCP meet al vijftig jaar het vertrouwen van de burger in de overheid. Over het algemeen hebben Nederlanders een tamelijk groot vertrouwen in overheidsinstanties; al schommelt dat wel. Het vertrouwen in het kabinet is altijd lager dan dat van alle overheidsinstanties, maar het vertrouwen in de regering was historisch gezien nog nooit zo laag: minder dan 40% van de Nederlandse burgers geeft deze een voldoende. Olde Monnikhof: ‘Dat komt vooral door de recente lange formatie. Maar ook de kindertoeslagenaffaire en de omgang met de gevolgen van de gaswinning in Groningen spelen hierbij mee.’ 

Vooral lager opgeleide Nederlanders voelen zich niet gerepresenteerd door de politiek. Olde Monnikhof: ‘En dat is ook daadwerkelijk zo. Een betrouwbare overheid moet zich op alle vlakken betrouwbaar en betrokken tonen en je ziet dat daar in Den Haag erg mee wordt geworsteld. Daar is dus werk aan de winkel.’

En dan rest de vraag: hoe gaat het nu echt met Nederland? Olde Monnikhof: ‘Als ik alles overzie is en in één zin moet samenvatten, dan is het glas halfvol.’