SCP: Hoge verwachtingen van overheid in overgangsfase coronacrisis; daling politiek vertrouwen

De maatschappelijke thema’s die volgens Nederlanders de komende periode centraal moeten staan, zijn coronabestrijding en vaccinaties, wonen, het aanpakken van klimaatverandering, gezondheidszorg en het onderwijs. Nederlanders zien het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers, bedrijfsleven en de overheid om die problemen aan te pakken, waarbij men vooral van de overheid hoge verwachtingen heeft. Ten opzichte van het najaar van 2020 daalde het politiek vertrouwen van Nederlanders sterk. Vaak genoemde redenen om een gebrek aan vertrouwen te motiveren, zijn het politieke debat over de vastgelopen formatie en de politieke nasleep van de toeslagenaffaire. Een nieuw kabinet krijgt van mensen ook de opdracht om het vertrouwen tussen burgers, overheid en politici onderling te herstellen. Dat ziet het SCP terug in het Continu Onderzoek Burgerperspectieven 2021 waarvoor in april 2021 veldwerk werd gedaan.

Op dit moment bevindt Nederland zich in een overgangsfase in de coronacrisis, waarin het coronavirus meer onder controle komt, meer mensen gevaccineerd zijn en coronamaatregelen verder worden versoepeld. In april 2021, toen het veldwerk van dit onderzoek plaatsvond, stonden we aan het begin van die overgangsfase. Ondanks de nog strenge maatregelen van dat moment en de slechte coronacijfers, waren mensen minder pessimistisch dan in het najaar van 2020. In april 2021 vond 54% het de verkeerde kant opgaan met Nederland, in oktober was dat nog 66%. 32% vond het in april de goede kant opgaan, vooral vanwege de vaccinaties die hoop gaven op de terugkeer naar het normale leven. De coronacrisis vormt nog steeds in sterke mate de publieke opinie, maar waar vorig jaar nog 62% van de bevolking zich zorgen maakte over het coronavirus, is dat een jaar later 37%.

Politiek en en sociaal vertrouwen

Aan het begin van de coronacrisis nam het vertrouwen in de politiek sterk toe. Het leiderschap, de eenheid en daadkracht werden in april 2020 vaak genoemd als redenen voor het hoge vertrouwen. In juli en oktober 2020 daalde het vertrouwen gestaag, maar was nog steeds hoog. In april 2021 is het vertrouwen in de politiek sterk afgenomen: 46% geeft de regering een voldoende terwijl dat in oktober nog 66% was. De coronacrisis speelt in april 2021 nog steeds een rol bij de beoordeling van de politiek, maar men is niet meer zo onverdeeld positief over het optreden van de regering als aan het begin van de coronacrisis. Afgaande op wat mensen er zelf over zeggen, zijn vooral de politieke ontwikkelingen in het voorjaar dominant in hun oordeel over de politiek: de impasse in de formatie en de politiek turbulente weken rondom de nasleep van de toeslagenaffaire komen vaak naar voren bij de beoordeling van de politiek. Het vertrouwen dat mensen in elkaar hebben ligt sinds de zomer van 2020 weer op het niveau van vóór de coronacrisis: 62% van de bevolking vindt de meeste mensen te vertrouwen. Ook de tevredenheid met het eigen leven en met eigen financiën blijven hoog.

Blik op samenleving na corona

In deze overgangsfase komen verschillende verwachtingen en wensen van Nederlanders naar voren. 10% ziet de coronacrisis als kans om de maatschappij helemaal anders in te richten. 42% hoopt juist op een terugkeer naar de maatschappij van voor de coronacrisis. Eveneens 42% zou op sommige terreinen terug willen, en andere dingen juist anders willen aanpakken. Mensen willen graag hun sociale leven van vóór corona terug. Als ze iets willen houden is dat het gedeeltelijke thuiswerken en de rust. De maatschappelijke thema’s die volgens Nederlanders de komende periode centraal moeten staan, zijn de woningmarkt, de gezondheidszorg (zoals aanpakken coronacrisis, vaccins, voorkomen volgende pandemie), het onderwijs en de klimaatverandering.

Effect van de toeslagenaffaire op vertrouwen

Het herstellen van vertrouwen tussen de overheid en burgers is één van de adviezen van burgers voor een nieuw kabinet. Mensen zeggen dat ze meer eerlijkheid en openheid willen en een stabiele regering die problemen aanpakt en naar mensen luistert. Of de toeslagenaffaire en de manier waarop de politiek met deze affaire omgaat, een blijvende impact zal hebben op het politieke vertrouwen is nog ongewis. Op de korte termijn lijken met name de formatieperikelen bij te dragen aan een daling van het vertrouwen. Op de langere termijn, kunnen de affaire en de politieke nasleep ervan gevolgen hebben als de affaire de politieke agenda blijft beheersen en/of van grotere omvang blijkt te zijn. De toeslagenaffaire draait immers ook om de onpartijdigheid van de overheid, en dat is één van de aspecten waarvan onderzoek heeft laten zien dat het heel belangrijk is voor het structurele vertrouwen in de politiek.
 

Ondanks onvrede over politiek, blijken de verwachtingen die burgers hebben van de overheid groot. Hoewel de grootste groep het principe steunt dat mensen zelf meer verantwoordelijk moeten zijn, blijken mensen terughoudend als we vragen naar eigen verantwoordelijkheid op concrete beleidsterreinen. Het SCP evalueerde de afgelopen jaren grote stelselwijzigingen waaruit blijkt dat regelgeving te complex is en de verwachtingen die de overheid heeft van de zelfredzaamheid van burgers en de zorgzame samenleving niet altijd realistisch zijn. Bij het opstellen van een nieuw regeerakkoord is het van belang om ook deze opvattingen over en ervaringen met de participatiesamenleving van de afgelopen jaren in ogenschouw te nemen.