De Volkskrant Opinie: voer discussie over vrouwen in de top op basis van feiten

In het debat over genderdiversiteit in de top wordt vaak verwezen naar internationale studies die niet kloppen met de Nederlandse situatie. We kunnen beter kijken wat Nederlandse onderzoeken ons over dit onderwerp kunnen leren, betoogt Ans Merens, onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau.

De laatste tijd wordt er veel gediscussieerd over vrouwen in de top van organisaties. Er gebeurt ook veel op dit terrein. Sinds vorig jaar heeft het kabinet een quotum ingesteld voor het aantal topvrouwen bij beursgenoteerde bedrijven. Andere grote bedrijven die niet onder de quotumregeling vallen, moeten elk jaar een diversiteitsplan en streefcijfers opstellen via het onlangs gelanceerde Diversiteitsportaal van de SER. Wat opvalt aan de vele discussies en artikelen over vrouwen in de top (zie bijvoorbeeld Opinie & Debat 31 oktober en Zaterdag & Opinie 4 februari) is dat er steevast wordt verwezen naar uitkomsten van internationaal onderzoek. Deze inzichten zijn zeker nuttig, maar kloppen niet altijd voor de situatie in Nederland. Laten we daarom vooral kijken wat Nederlands onderzoek ons kan leren hierover. En de discussie over de Nederlandse situatie voeren aan de hand van die feiten.

Uit het proefschrift dat ik in september 2022 verdedigde blijkt dat Nederlandse vrouwen niet vaker afhaken uit de top, zoals in de discussies vaak als oorzaak wordt genoemd, maar dat ze minder vaak dan mannen doorstromen naar leidinggevende functies. Ruim twee keer zoveel mannen als vrouwen stromen in hun loopbaan ooit door van een niet-leidinggevende naar een leidinggevende functie. Bij doorstroom naar het hoogste leidinggevende niveau is die verhouding drie op één. Voor doorstroom is het van belang dat werkgevers en vrouwen met elkaar in gesprek gaan over carrière-ambities, maar dat gebeurt lang niet altijd. De uitstroom van vrouwen uit top- en managementfuncties blijkt even groot te zijn als die van mannen. Internationaal onderzoek  laat zien dat topvrouwen relatief vaak afhaken, waardoor hun eerdere doorstroom naar de top teniet wordt gedaan. In Nederland blijkt meer uitstroom van vrouwelijke managers niet het geval en kan dit dus niet als oorzaak van het geringe aandeel vrouwen in top- en managementfuncties worden beschouwd. 

Ook de conclusie van ander buitenlands onderzoek dat diversiteit in de top tot meer winst van het bedrijf leidt, wijkt af van de situatie in ons land. Bijna 20 jaar geleden kwam de Amerikaanse onderzoeksorganisatie Catalyst met onderzoek waaruit bleek dat bedrijven met veel vrouwen aan de top meer winst en omzet hadden dan bedrijven met weinig vrouwen in de top. Sindsdien is dit onderzoek in allerlei landen en op allerlei manieren herhaald. Uit de literatuurstudie die het SCP in 2019 samen met het Centraal Planbureau (CPB) deed, blijkt dat deze onderzoeken, ook voor Nederland, wisselende uitkomsten laten zien: soms is er sprake van meer winst in bedrijven met veel vrouwen in de top, soms minder of evenveel winst. Diezelfde literatuurstudie liet echter wel aanwijzingen zien dat de komst van meer vrouwen in de top tot een betere kwaliteit van bestuur en besluitvorming leidt. Dat komt vermoedelijk doordat meer diversiteit in de top tot andere gezichtspunten leidt en daarmee een betere onderbouwing van besluiten. Het is begrijpelijk dat voorstanders van meer vrouwen in de top naar argumenten zoeken die wijzen op de waarde van diversiteit. Op basis van onderzoek lijkt kwaliteit van besluitvorming een beter argument voor diversiteit in de top dan winstgevendheid. Bovendien maak je je argument dan niet afhankelijk van de financiële situatie van bedrijven, die nogal kan fluctueren met de conjunctuur.

Het is goed om met elkaar in gesprek te gaan en discussie te voeren over diversiteit in de top (en ook daarbuiten). Maar laten we dat dan doen op basis van feiten die voor de Nederlandse situatie gelden. Vrouwen blijken minder in de top te werken doordat ze minder vaak dan mannen doorstromen naar leidinggevende functies. Werkgevers en vrouwen: ga daarom regelmatig in gesprek met elkaar over (toekomstige) carrière-ambities en mogelijkheden hiervoor in de organisatie. Zonder goede communicatie zal er weinig veranderen aan het aantal vrouwen in de top.