Sociale cohesie is een heel breed begrip. Maar het is ook mogelijk om sociale cohesie binnen specifieke dossiers te bekijken, zoals onderwijs of wonen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft sociale cohesie vanuit meerdere van zulke thema’s onderzocht. U leest er meer over op deze pagina.
In Nederland is het onderwijsaanbod inmiddels gesegregeerd, vooral in de grote steden. Een vmbo en een gymnasium zitten bijvoorbeeld vaak niet bij elkaar op dezelfde locatie. Daardoor komen leerlingen met uiteenlopende achtergronden elkaar veel minder tegen. Er bestaat een grote samenhang tussen het type onderwijs dat leerlingen volgen en hun achtergrondkenmerken, zoals wel of geen migratieachtergrond hebben. Daardoor betekent deze fysieke scheiding tegelijkertijd een vrij rigoureuze sociale scheiding tussen groepen mensen.
Dat maakt dat leren omgaan met ‘de ander’ niet plaatsvindt op school. Dat kan uiteindelijk leiden tot grotere afstand tussen groepen mensen in de samenleving. Het voortgezet onderwijs staat op deze manier ver af van zijn doel om leerlingen als burgers te leren samenleven in een complexe en diverse samenleving. In het rapport Samen of gescheiden naar school dringt het SCP daarom aan op handelen. Door de landelijke overheid, door gemeenten en door schoolbesturen.
In vergelijking met andere landen is Nederland niet erg gesegregeerd. Wel zijn de leefwerelden van mensen in Nederland in tien jaar tijd eenzijdiger geworden. Zowel de armste als de rijkste inwoners ontmoeten in hun buurt, op het schoolplein, bij familie en op hun werk vooral mensen die op hen lijken: mensen die net als zij weinig of juist veel welvaart hebben. Deze toename van gescheiden leefwerelden is reden tot zorg, omdat dit gepaard gaat met ongelijke kansen. Ook staat dit in de weg van sociale samenhang en begrip tussen mensen.
Lees in het rapport De leefwerelden van arm en rijk over deze ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar. Ook licht het rapport toe dat er in het onderwijs en op de woning- en arbeidsmarkt kansen liggen om eenzijdige leefwerelden tegen te gaan.
Hoe zit het met solidariteit als het gaat om het tekort aan passende en betaalbare woningen in ons land? Dat onderzoekt het SCP op dit moment. Hierbij gaat het over schaarste: zowel schaarste in de middelen van mensen en de overheid, als schaarste in de beschikbare ruimte in ons land. Het gaat dus om een (her)verdelingsvraagstuk dat een beroep doet op solidariteit tussen burgers. Het onderzoek biedt kennis over de mechanismen van solidariteit en is daarmee van belang voor de ontwikkeling van beleid. Niet alleen op het gebied van wonen, maar ook voor andere domeinen. Het rapport Solidariteit in Nederland op het gebied van wonen verschijnt later in 2024.
Tijdens de eerste coronagolf in 2020 was er nog sprake was van toegenomen saamhorigheid en sociaal vertrouwen. Daarna trad al snel wrijving op in de onderlinge solidariteit. In het maatschappelijk debat kwamen tegenstellingen naar voren die eerder nog niet zo relevant waren. Bijvoorbeeld tegenstellingen tussen jong en oud en tussen ziek en gezond. Hetzelfde geldt voor het vertrouwen in de regering en Tweede Kamer. Het vertrouwen nam in eerste instantie toe, maar het draagvlak voor de coronamaatregelen nam daarna snel af.
De coronacrisis leidde daarmee uiteindelijk tot druk op de horizontale sociale cohesie (relatie tussen burgers onderling), maar ook op de verticale sociale cohesie (relatie tussen burger en overheid). Lees in het rapport Een jaar met corona bijvoorbeeld hoofdstuk 6 over maatschappelijke samenhang en hoofdstuk 7 over vertrouwen in de overheid.