Dit dossier is een verzameling van het werk van het SCP dat de veranderingen van arbeidsmarkt in Nederland - en de impact daarvan op de samenleving en het leven van mensen - in kaart brengt. Er gebeurt namelijk veel op de arbeidsmarkt. De overheid is bezig met een grote opgave om de arbeidsmarkt te herzien. Tegelijkertijd hebben toenemende technologisering, flexibilisering en vergrijzing invloed op het aantal beschikbare banen, maar ook op de kwaliteit van het werk van mensen.
Het SCP doet daarom verschillende onderzoeken naar de veranderende arbeidsmarkt, en andere relevante terreinen, om vanuit het perspectief van burgers de gevolgen daarvan in kaart te brengen. Op basis van deze inzichten adviseert het SCP beleidsmakers en andere betrokkenen over handelingsopties om de arbeidsmarkt toegankelijk te houden en toekomstgericht te maken.
Aan de hand van interviews met burgers beantwoorden we in deze studie de volgende vraag: In hoeverre komen de mensbeelden in het Leven Lang Ontwikkelen-beleid overeen met de mensbeelden die burgers hebben over zichzelf, en over andere burgers in relatie tot LLO? Daarvoor hebben we de interviews geanalyseerd op wat burgers vinden dat mensen moeten, willen, kunnen, en mogen als het gaat om LLO.
In dit onderzoek geven geïnterviewde burgers aan dat ze LLO belangrijk vinden, zowel voor het individu als voor de samenleving. Het belang van LLO is dus duidelijk voor de geïnterviewden. Deelnemen aan LLO-activiteiten is voor de geïnterviewden vooral een kwestie van willen. Wie aan LLO wil doen, moet hiervoor ruimte krijgen. Wie niet aan LLO wil doen, moet dat zelf weten.
Op 18 november 2024 organiseerden de Raad van State en het Sociaal en Cultureel Planbureau de expertbijeenkomst voor ca. 60 deelnemers Leven Lang Ontwikkelen. Kansen en uitdagingen tussen vraag, aanbod en regels. Met deze bijeenkomst wilden de organisatoren aandachtpunten op het werkgebied van het SCP (leercultuur, mensbeelden) en de Raad van State (wetgeving, institutionele vormgeving) identificeren. In dit verslag staat een verkorte weergave van inzichten en oplossingsrichtingen die zijn opgehaald tijdens de verschillende verdiepende sessies met beleidsexperts, sociale partners, werkgevers/ werknemers en wetenschap.
Beeld: © ANP/ Peter Hilz
De krapte op de arbeidsmarkt is zichtbaar en voelbaar. Er is een tekort aan leraren, een tekort aan medewerkers in de kinderopvang, de zorg, techniek, ICT, enzovoort. Hoewel deze tekorten op de korte termijn wat af kunnen nemen, blijven zij naar verwachting op de langere termijn voelbaar. Veel beleid van het afgelopen jaar stelt zich als doel om iets te doen aan deze tekorten. Dat is wenselijk, want veel sectoren die nu onderbemenst zijn, vervullen belangrijke maatschappelijke functies of zijn betrokken bij grote transities waar we als maatschappij voor staan.
Vanuit zijn kennisbasis signaleert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat het huidige beleid op een aantal punten aanvulling of nadere uitwerking behoeft. In deze notitie bespreken we een aantal handelingsperspectieven die onderbelicht blijven in het kraptebeleid.
Op 7 oktober 2022 is in de ministerraad een voorstel voor een hervorming van het kinderopvangstelsel besproken. De aanname is dat door ‘bijna gratis kinderopvang’ de oplopende arbeidsmarkttekorten tegen kunnen worden gegaan.
Als we echter kijken vanuit het perspectief en de behoefte van kinderen en ouders, dan zijn er belangrijke vraagtekens te zetten bij het doel en de doelmatigheid van dit (dure) beleid. We zien een opvallende breuk met het huidige beleid, want het doel om met kinderopvang achterstanden tegen te gaan, wordt helemaal losgelaten.
Daarnaast gaat het voorstel grotendeels voorbij aan het belang van de kwaliteit van kinderopvang. In een periode als deze - waarin de kansen van veel kinderen onder druk staan door de toenemende bestaansonzekerheid en er grote personeelstekorten in de kinderopvangsector zijn - is het zorgelijk dat de aandacht voor kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang lijkt te verdwijnen.
Tot slot is het ook nog maar de vraag of arbeidsparticipatie met de nieuwe plannen omhoog gaat. In deze kennisnotitie lichten we onze voornaamste zorgen toe.
Beeld: © Marco Bijdevaate
Maroesjka Versantvoort, werkzaam bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), sprak op 14 oktober 2022 haar oratie uit bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Arbeid en Zingeving aan de Protestantse Theologische Universiteit. De oratie Zin verzoet de arbeid: over arbeid en zingeving in een paradoxale samenleving kun je hier lezen.
Beeld: © ANP
Vrouwen die minder gaan werken als ze een kind krijgen, blijven dat vaak de rest van hun loopbaan doen. Oorzaak is de deeltijdcultuur en –structuur in ons land, zo blijkt uit het SCP-rapport ‘ Eens deeltijd, altijd deeltijd’. Als moeders weer meer zouden gaan werken als hun kinderen ouder en zelfstandiger zijn, zou het arbeidsaanbod fors toenemen. Echter, beleid om de arbeidsparticipatie van vrouwen te verhogen, richt zich op jonge moeders. Mocht de overheid de groep oudere, in deeltijd werkende moeders tot meer werken willen bewegen, dan is een breder pakket aan beleidsmaatregelen nodig. Daarnaast vraagt de deeltijdcultuur in Nederland om een breed maatschappelijk debat over de wijze waarop in Nederland betaald en onbetaald werk is georganiseerd.
Er werken in Nederland nog steeds minder vrouwen in topfuncties dan mannen. Dit komt onder andere doordat veel vrouwen in deeltijd werken. In veel organisaties en ondernemingen is de cultuur om managementfuncties niet in deeltijd aan te bieden, en vaak worden mensen die in deeltijd werken als minder ambitieus gezien. Hierdoor zijn vrouwen ondervertegenwoordigd in managementfuncties. Om dit te veranderen moeten organisaties en ondernemingen een diversiteitsbeleid voeren met maatregelen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en loopbaanbeleid. Daarnaast is in Nederland een maatschappelijk debat nodig over werken in deeltijd en het vervullen van een leidinggevende functie.
Dit blijkt uit de SCP-publicatie ‘Een lange weg. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in management en top nader verklaard’.
Beeld: © ANP
Nederlanders met een baan namen de afgelopen jaren minder deel aan (bij)scholing en gingen minder actief zoeken naar werk bij (dreigend) baanverlies. De coronapandemie en de bijbehorende maatregelen speelden hierbij waarschijnlijk een rol. Er waren minder vacatures en fysiek contact werd aan banden gelegd. Deze bevindingen uit arbeidsmarktonderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau staan in schril contrast met het arbeidsmarktbeleid van de overheid. Zij wil juist werkenden aansporen scholing te volgen, informeel te leren op de werkplek en bij dreigende werkloosheid actief een baan te zoeken.
Bekijk de publicatie Arbeidsmarkt in kaart: wel - en niet werkenden - editie 3 op digitaal.scp.nl
Beeld: © HH
Gezien de enorme krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk dat werkgevers hun medewerkers weten te behouden en voorkomen dat mensen uitvallen, maar ook dat zij kansen benutten om mensen die nu geen baan hebben aan het werk te helpen. Daarbij is meer nodig is dan goede betaling en arbeidsvoorwaarden. Het verlagen van werkdruk, het aanbieden van scholing en trainingen, het bieden van kansen voor mensen met een arbeidsbeperking en het mogelijk maken van thuiswerken zijn voorbeelden van het beter benutten van het arbeidspotentieel in Nederland. Dit concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in de derde editie van ‘Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers’ een langlopend onderzoek onder werkgevers die vandaag verschijnt.
De vraag die centraal staat in dit essay luidt: Hoe kunnen we zinvolle en volwaardige participatie bevorderen die bijdraagt aan persoonlijke en maatschappelijke doelen? Aan de hand van drie uit het dagelijks leven gegrepen casussen, wordt er met een domeinoverstijgende blik gekeken naar participatie van burgers. Op elk van deze casussen wordt een vierslaganalyse gedaan: wat ‘kunnen’, ‘mogen’, ‘willen’ en/of ‘moeten’ mensen? Niet alleen helpt dit om participatie in het dagelijks leven beter te verklaren en om handelingsperspectieven te doordenken, het helpt vooral om het burgerperspectief in beleid te hanteren.
Dit essay biedt een breder denkkader aan iedereen, van beleidsmaker tot professional tot burger, die zich wil inzetten voor participatiebevordering.
De gespreksnotitie is hier te lezen.
In de onderzoekserie ‘De veranderende wereld van werk’ deed het SCP in 2021 onderzoek naar de thema’s platformisering, robotisering en de combinatie van werken, zorgen en leren. Het SCP keek hierbij vanuit de leefwereld van werkenden naar de kwaliteit van werk. Deze slotbeschouwing is het laatste deel van de onderzoekserie. Lees hier de publicatie Slotbeschouwing.
In Nederland combineren veel werknemers betaald werk met zorgen en/of formeel en informeel leren. Dit gaat vaak goed, maar werknemers ervaren ook barrières. Om ervoor te zorgen dat mensen nu maar ook in de toekomst kunnen werken, zorgen én een leven lang leren moet worden ingezet op de kwaliteit van werk. Hiervoor is een combinatie van structurele en culturele veranderingen nodig.
Werkgevers kunnen bijvoorbeeld de zorgtaken en ontwikkeling van werkenden actiever ondersteunen. Werkenden kunnen zelf open over hun wensen en behoeften communiceren. En de overheid kan bestaande regelingen, zoals verlof en ondersteuning bij scholing, aantrekkelijker en toegankelijker maken. Zo hebben alle betrokkenen een rol en verantwoordelijkheid in het combineren van werk en andere taken. Dat blijkt uit de verkenning ‘De werkende duizendpoot. Hulpbronnen en barrières voor werknemers die zorgen en leren’ van het SCP, in het kader van de serie ‘De veranderende wereld van werk’.
Er worden steeds meer robots ingezet op de werkvloer. Dat heeft invloed op de kwaliteit van werk: het inkomen en de werkzekerheid van werkenden, de ervaren werkdruk, de betekenis van werk en de mogelijkheden om voor anderen te zorgen en te (blijven) leren. Robotisering werkt door in het welzijn van mensen. Daarom is het belangrijk om oog te hebben voor de betekenis van werk en ruimte te bieden voor zeggenschap bij medewerkers. Dat zal doorwerken in het functioneren van organisaties én de kwaliteit van de samenleving.
Een van de effecten van robotisering is dat met name laaggeschoold werk in de industrie verdwijnt. Tegelijk biedt de inzet van robotisering vanuit maatschappelijk perspectief ook mogelijkheden. Werkgevers, werknemers en overheid moeten starten met een robotiseringsagenda waarmee de komende jaren wordt bijgestuurd op de kansen en risico’s van robotisering op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit de verkenning ‘Robotisering en de kwaliteit van werk’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau, in het kader van de serie ‘De veranderende wereld van werk’.
Er gebeurt veel op de arbeidsmarkt. Ontwikkelingen als technologisering, flexibilisering en de vergrijzing bepalen niet alleen hoeveel werk er is, maar beïnvloeden ook de kwaliteit van werk. In het project ‘De veranderende wereld van werk’ onderzoekt het Sociaal en Cultureel Planbureau hoe de arbeidsmarkt verandert en wat voor gevolgen dit kan hebben voor de kwaliteit van ons werk. Het SCP start deze serie met een studie naar de kwaliteit van werk binnen de ‘platformeconomie’. Wat betekent het om te werken voor een online platform waar vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht? Platformwerk brengt kansen en risico’s met zich mee en deze kansen en risico’s zijn ongelijk verdeeld. Sommige platformwerkers plukken met name de vruchten doordat ze veel flexibiliteit en autonomie ervaren, het werk ze in staat stelt ernaast te zorgen of studeren en ze op een eenvoudige manier meer werk kunnen vinden. Bij andere groepen stapelen vooral de nadelen zich op, en gaat het platformwerk gepaard met hoge werkdruk en lage verdiensten.