Onderscheid naar migratieachtergrond: werkwijze SCP

Hoe onderscheid naar migratieachtergrond op wetenschappelijke wijze een plek krijgt in onderzoek van het SCP.

In navolging van het WRR advies van juni 2021 (Bovens et al. 2021) gebruiken  verschillende onderzoeks- en beleidsinstellingen, zoals het CBS en het ministerie van Sociale Zaken, niet langer de categorieën ‘westers’ en ‘niet-westers’ om onderscheid te maken naar herkomst van mensen met een migratieachtergrond. Dit onderscheid is wetenschappelijk niet onderbouwd, weinig informatief en roept negatieve associaties op. Ook het SCP heeft besloten burgers met een migratieachtergrond niet langer onder te brengen in clusters van westerse of niet-westerse herkomstlanden.

Daarvoor komt ook geen alternatieve standaardclustering in de plaats. Het idee is dat een beter beredeneerd, explicieter, zorgvuldiger en gevoeliger afwegingskader nodig is bij al het onderzoek naar en onder mensen in een minderheidspositie. Hierbij bedoelen we minderheidspositie in brede- niet numerieke- zin. Bijvoorbeeld mensen die vanwege  kenmerken als migratie, culturele, etnische, raciale en/of religieuze achtergrond, seksuele oriëntatie, gender, ziekte, leeftijd, een beperking, laaggeletterdheid, een lage sociaaleconomische status of een combinatie van kenmerken minder mogelijkheden hebben of anders bejegend worden in de maatschappij. Het onderscheid maken naar en spreken over herkomst vatten we hieronder samen in enkele richtlijnen.

Richtlijnen

  • In ons onderzoek, rapporten en overige communicatie spreken we over personen of burgers met een migratie- of Nederlandse achtergrond.
  • Meestal zullen we de personen met een migratieachtergrond verder onderscheiden naar herkomst, daarbij volgen we de indeling van het CBS.
  • Is het zinvol of nodig op basis van relevante, gedeelde kenmerken een clustering van herkomstlanden te maken, dan verkiezen we een meervoudige indeling, die geen rangschikking inhoudt; bijvoorbeeld het onderscheid tussen Nederlanders, EU-burgers en niet-EU-burgers, een onderscheid naar migratiemotief of een geografische clustering.
  • De gebruikte categorisering en labeling volgen logisch vanuit de onderzoeksvraag (informatieve eisen) en houdt rekening met het wel of niet onbewust bijdragen aan de instandhouding van een vooroordeel (performatieve eisen).

Terughoudendheid en zorgvuldigheid

We zijn terughoudend bij het maken van onderscheid naar herkomst en verantwoorden waarom we gegevens over de herkomst van respondenten opnemen in ons onderzoek. Ook gaan we zo zorgvuldig, precies en sensitief mogelijk te werk wanneer we mensen onderscheiden naar migratieachtergrond of herkomst: in het formuleren van onderzoeksvragen, in het operationaliseren van variabelen en categorieën en in het rapporteren en spreken over etnisch, cultureel, religieus en raciaal verschil, en in het vertalen van onderzoeksresultaten naar beleid en handelingsperspectieven.