Enquête gemeentelijke pgb-uitgaven en tarieven huishoudelijke hulp (EGH)

Het SCP brengt jaarlijks advies uit over het Wmo-budget voor huishoudelijke hulp. Hiervoor is in 2009-2010 een enquête in twee fasen gehouden onder gemeenten om de hoogte van de werkelijk door zorgaanbieders in rekening gebrachte tarieven voor huishoudelijke hulp en de werkelijk uitgekeerde bedragen uit het persoonsgebonden budget (pgb) te kunnen bepalen.

Deze enquête is zonder fasering herhaald in 2011-2013.

Korte onderzoeksbeschrijving

Doelpopulatie: alle gemeenten in Nederland

Soort onderzoek: enquête

Entiteiten: gemeenten

Selectie: In EGH 2009-2010 zijn in de tweede fase alleen gemeenten benaderd die hebben aangegeven dat de genoemde tarieven verschillen met die van het CAK, en gemeenten die in de eerste fase niet hebben gerespondeerd

Verzamelmethode: EGH 2009-2010: eerste fase: papieren vragenlijst; tweede fase: online vragenlijst,  EGH 2011-2013: online vragenlijst

Berichtgever: ambtenaar die de Wmo coördineert

Opdrachtgever: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)

Veldwerk: EGH 2009-2010: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), EGH 2011-2013: I&O Research

Gegevens: EGH 2009-2010: hoogte pgb-uitgaven voor huishoudelijke hulp in 2009 en verwachte uitgaven voor 2010, tarieven zorgaanbieders in 2009 en 2010.
EGH 2011-2013: hoogte pgb-uitgaven voor huishoudelijke hulp en tarieven zorgaanbieders in 2011-2013

EGH 2011-2013

Veldwerkperiode: 1 mei 2014 - 8 juli 2014

Aantal: 422 gemeenten; na samenvoegingen 415 gemeenten

Repons: 306 gemeenten (73%); na samenvoegingen 302 gemeenten(73%)

EGH 2009-2010

Veldwerkperiode: november/december 2010 (eerste fase) en januari/februari 2011 (tweede fase)

Aantal: 430 gemeenten

Respons: 391 gemeenten, waarvan 170 gemeenten met tarieven die verschillen met die van het CAK