Concurrentie tussen mantelzorg en betaald werk
De overheid wil graag dat burgers meer zorg verlenen aan hulpbehoevende naasten. Denk aan het helpen van een ouder op leeftijd, of het verzorgen van een langdurig zieke partner. Tegelijkertijd streeft zij ook naar een grotere arbeidsdeelname. Maar zijn een betaalde baan en mantelzorg wel altijd te combineren? Of beconcurreren beide taken elkaar? Het rapport Concurrentie tussen mantelzorg en betaald werk geeft extra inzicht in de mate waarin werk en mantelzorg elkaar in de weg zitten. Het laat zien of het percentage werkenden met mantelzorgtaken groeit. Ook toont het onderzoek of het besluit om te beginnen met hulp afhankelijk is van het aantal uur dat iemand werkt.
Auteurs: Edith Josten en Alice de Boer
ISBN: 978 90 377 0550 8
Mantelzorg en betaald werk: concurrenten of niet?
Er bestaan twee tegenstrijdige beelden over de combinatie van betaalde arbeid en mantelzorg. In de ene visie zijn ze concurrenten van elkaar. Ze zitten elkaar in de weg omdat ze beide een beroep doen op de beschikbare tijd van mensen; tijd die nu eenmaal beperkt is. Volgens de andere visie is er een onbenut potentieel aan menskracht in de samenleving dat ingezet kan worden. In deze optiek gaat een betrokken sociaal leven, waarin mensen elkaar helpen, hand in hand met een grotere arbeidsdeelname. Het combineren van beide taken is goed voor de sociale samenhang tussen burgers. Het is ook wenselijk, omdat mantelzorg en betaalde arbeid (zoals gezegd) het financiële draagvlak voor de overheidsvoorzieningen kunnen verbeteren.
Gezien de hoofdlijnen van het huidige overheidsbeleid – meer participatie door iedereen en meer eigen in plaats van overheidsverantwoordelijkheid voor zieke naasten – is het beleid vooral geënt op deze tweede visie, hoewel er ook aandacht is voor de eventuele negatieve effecten van het combineren van beide taken. Zo wil het kabinet de verlofregelingen voor werknemers met zorgtaken uitbreiden. Dit moet de belasting van werkenden die hulp geven verminderen.
Aangrijpingspunten voor beleid
De afgelopen jaren is het aantal werkenden dat minder intensieve mantelzorg geeft gegroeid. Dit type hulp lijkt op grond van de gegevens uit ons databestand vaak redelijk in te passen naast betaald werk. De overheid wenst zowel een verdere vergroting van de inzet van mantelzorgers als een groei van de arbeidsdeelname. Dit brengt een tweetal risico’s met zich mee. Ten eerste zijn mensen die veel uren werken iets minder geneigd om met mantelzorg te beginnen. Het weerhoudt hen dus soms van hulpverlening, wat de belasting van anderen juist kan vergroten. Ten tweede zullen er meer problemen ontstaan als niet alleen de lichte, maar ook de intensieve of langdurende zorg moeten groeien. Zulke hulp kan nadelig uitpakken voor de werkenden zelf (slechtere gezondheid), maar ook voor hun werkgevers (groter verzuim), zo bleek in dit onderzoek. Er moet dus voor gewaakt worden dat er niet te veel van mensen wordt gevraagd.
De gegevens komen uit een langlopend onderzoek van het SCP, waarin zo’n 3000-4000 werkenden en niet-werkenden worden gevolgd.
Gebruikte databestanden
- Arbeidsaanbodpanel: AAP 1996-2012