Basis van sociaal en institutioneel vertrouwen

Het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) is verschenen. Dit rapport is eind februari inhoudelijk afgerond op basis van in januari en medio februari verzamelde data. Aan de coronacrisis in de publieke opinie na eind februari wordt dan ook geen aandacht besteed. Daarop wordt wel ingegaan in de eind juni te verschijnen Burgerperspectieven.

De belangrijkste uitkomsten over het eerste kwartaal zijn:

  • Tot in februari weinig beweging in de publieke stemming
  • Vertrouwen in Nederland: hoog en vaak nog stijgend
  • Zorg en klimaat hoog op politieke agenda; woningtekort stijger
  • Jong en oud verschillen soms sterk van mening, maar geen tweedeling
  • Grootste tegenstelling tussen arm en rijk

Thema: Nederland en de wereld

  • Terughoudendheid over de inzet van Nederland in het buitenland
  • Meer steun voor de EU na de eurocrisis, geen steun voor Nexit
  • Meer verdeeldheid over het klimaat

Tot in februari weinig beweging in de publieke stemming

Er is de afgelopen kwartalen weinig veranderd in de stemming van de Nederlandse bevolking. De verwachtingen voor de economie zijn het meest beweeglijk, maar ten opzichte van vorig kwartaal doet zich ook hier begin dit kwartaal geen verandering voor. In januari verwachtte 29% een verslechtering en 10% een verbetering van de economie in de komende 12 maanden. 57% vond het met Nederland meer de verkeerde dan goede kant opgaan, volgens 35% gaat het meer de goede kant op.

Vertrouwen in Nederland hoog en vaak nog stijgend

Vergeleken met andere landen is er in Nederland veel vertrouwen in onbekende medeburgers en in instituties. Tussen 2002 en 2019 is er voor verschillende soorten vertrouwen ook nog een stijgende trend te signaleren. Het vertrouwen in de politiek is lager dan in maatschappelijke instituties en vertoont de meeste fluctuaties. Politiek vertrouwen daalt als er ‘gedoe’ is in Den Haag, maar kan snel stijgen als men politieke daadkracht ziet in crisissituaties, zoals bleek in eerdere Burgerperspectieven (2008|4 over de bankencrisis en 2014|3 over de MH17-ramp).

Zorg en klimaat hoog op de politieke agenda; woningtekort stijger

Nederlanders vinden ook dit kwartaal het samenleven (‘normen en waarden’; omgangsvormen, aandacht voor elkaar) weer het grootste maatschappelijke probleem én het sterkste punt van Nederland. Ze vinden dit echter geen onderwerp dat hoog op de Haagse politieke agenda moet staan. Daar plaatsen ze de zorg nog altijd bovenaan, maar in januari minder prominent dan een paar jaar geleden. Milieu & klimaat staat begin dit jaar op de tweede plaats. Het woningtekort stijgt verder als maatschappelijk probleem en politieke prioriteit. Het coronavirus wordt in de enquête in januari vrijwel niet genoemd. Expliciet ernaar gevraagd in telefoongesprekken medio februari speelt het ook nog nauwelijks als persoonlijke zorg.

Jong en ouder verschillen soms sterk van mening, maar geen tweedeling

Er zijn soms grote verschillen van mening tussen 18-29-jarigen en 66-plussers. Zo vindt 63% van de eersten en 31% van de laatsten de multiculturele samenleving een verrijking. Respectievelijk 34% en 65% denkt dat politici niet geïnteresseerd zijn in opvattingen van ‘mensen zoals ik’. Over veel maatschappelijke en politieke kwesties verschillen leeftijdsgroepen weinig van mening en de verschillen laten zich niet samenvatten in een vaste tweedeling van jong versus oud.

Grootste tegenstelling tussen arm en rijk

Gevraagd naar negen mogelijke sociale tegenstellingen, ziet 50% van de ondervraagden een grote tegenstelling tussen jongeren en ouderen. Tussen vrouwen en mannen zien de minste mensen een grote tegenstelling (nu 26%) maar dat percentage loot wel op (in 2010 was het 14%). Het meest, door 77% van de ondervraagden, wordt een grote tegenstelling gezien tussen arme en rijke mensen.

Thema: Nederland en de wereld

Terughoudendheid over de inzet van Nederland in het buitenland

Een ruime meerderheid (dit kwartaal 63%) vindt dat Nederland zich meer moet richten op het eigen land en minder op het buitenland. Ook in eerdere metingen was een ruime meerderheid die mening toegedaan. Mensen geven prioriteit aan het oplossen van problemen en vraagstukken in eigen land, zoals zorg, onderwijs en binnenlandse armoedebestrijding.

Gevraagd naar de inzet op drie concrete gebieden, ligt de inzet in het buitenland genuanceerder. 38% vindt dat Nederland moet deelnemen aan militaire missies als de internationale gemeenschap daarom vraagt, 20% vindt van niet. Deelname aan het bestrijden van armoede elders en het oplossen van internationale klimaatproblemen roept meer discussie op: 38% vindt dat Nederland zijn bijdrage niet moet verminderen, 31% is het daarmee oneens. 37% vindt dat Nederland meer dan nu moet bijdragen aan het oplossen van klimaatproblemen, 34% vindt van niet.

Meer steun voor EU na de eurocrisis, geen steun voor Nexit

Na de eurocrisis is de steun voor het Nederlandse lidmaatschap van de Europese Unie gestegen. Dit kwartaal vindt 52% het lidmaatschap een goede zaak, 22% vindt dat niet. Voor een Nexit blijkt dan ook geen steun. 20% denkt dat Nederland beter af is buiten de Europese Unie, 56% denkt van niet. Dat neemt niet weg dat Nederlanders terughoudend zijn over intensievere Europese samenwerking en dat bijna de helft vindt dat Nederland te veel macht heeft overgedragen aan de Europese Unie.

Meer verdeeldheid over het klimaat

Klimaatverandering staat sinds begin 2019 hoger op de publieke agenda. Daarbij treedt ook meer verdeeldheid in het licht. Ondervraagden houden zich minder op de vlakte en geven vaker een mening en het onderwerp politiseert. De samenhang tussen opvattingen over klimaatbeleid en stemgedrag is toegenomen. De grootste verschillen bestaan tussen aanhangers van GroenLinks en D66 aan de ene kant en PVV en vooral FvD aan de andere kant.