Groei robotisering vraagt om gezamenlijke agenda van werkgevers, werknemers en overheid

Er worden steeds meer robots ingezet op de werkvloer. Dat heeft invloed op de kwaliteit van werk: het inkomen en de werkzekerheid van werkenden, de ervaren werkdruk, de betekenis van werk en de mogelijkheden om voor anderen te zorgen en te (blijven) leren. Robotisering werkt door in het welzijn van mensen. Daarom is het belangrijk om oog te hebben voor de betekenis van werk en ruimte te bieden voor zeggenschap bij medewerkers. Dat zal doorwerken in het functioneren van organisaties én de kwaliteit van de samenleving.

Een van de effecten van robotisering is dat met name laaggeschoold werk in de industrie verdwijnt. Tegelijk biedt de inzet van robotisering vanuit het maatschappelijk perspectief ook mogelijkheden. Werkgevers, werknemers en overheid moeten starten met een robotiseringsagenda waarmee de komende jaren wordt bijgestuurd op de kansen en risico’s van robotisering op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit de verkenning ‘Robotisering en de kwaliteit van werk’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau, in het kader van de serie ‘De veranderende wereld van werk’.

Wat is robotisering?

Robotisering is het proces waarbij steeds meer werkzaamheden worden uitgevoerd door robots. Hoewel robots al geruime tijd hun intrede in bedrijven hebben gedaan, heeft nog maar een relatief klein deel van alle werknemers in hun werk ook met robots te maken. De verwachting is echter dat de impact van robots in de komende tien jaar gaat toenemen. Dat geldt voor industriële robots die in productiebedrijven worden ingezet, maar ook voor service-robots, zoals logistieke robotsystemen in magazijnen en distributiecentra, inspectierobots, operatierobots in ziekenhuizen of melkrobots in boerenbedrijven.

Kansen en risico’s voor de werknemer en de samenleving

Robotisering kan oplossingen bieden voor toekomstige maatschappelijke problemen, zoals de toenemende vergrijzing. Door robots in te zetten kan, ook met een afnemende beroepsbevolking, de productiviteit op peil worden gehouden. Daarnaast zullen robots in de komende jaren naar verwachting ook meer in andere sectoren worden ingezet. Het gebruik van professionele service-robots kan het werk van mensen bovendien veiliger of minder zwaar maken. Het biedt daarnaast mogelijkheden voor werknemers met een lichamelijke beperking om werkzaamheden op zich te nemen die zij voorheen niet konden uitvoeren. Dat werkenden in fysiek belastende beroepen zo waarschijnlijk langer in goede gezondheid blijven werken, heeft voordelen voor de individuele werkende, maar ook voor de samenleving als geheel.

Tegenover deze kansen staan ook een aantal risico’s die zich met name bij laaggeschoolden concentreren. Door robotisering verdwijnt in de industrie met name laaggeschoold werk. Werknemers die dit werk uitvoeren kunnen voor een deel herplaatst worden, maar voor anderen dreigt ontslag. Voor hen zal het bovendien moeilijker worden om een andere baan op hetzelfde niveau te vinden. Voor jongeren met een lage opleiding zal het lastiger worden om op de arbeidsmarkt in te stromen. Daarnaast komt het inkomen van lager opgeleiden door robotisering onder druk te staan, en hebben zij een grotere kans dat hun werk minder uitdagend en afwisselend wordt. Daar tegenover staat dat er een grotere vraag naar technisch personeel op alle niveaus. Vooral hoger opgeleiden lijken van toenemende robotisering te profiteren.

Randvoorwaarden voor kwaliteitsvol werk

Om de nadelige gevolgen van toenemende robotisering tegen te gaan pleit het SCP voor werk-naar-werk trajecten en een blijvende inzet op scholing en ontwikkeling van werkenden. Bijvoorbeeld door nascholing te richten op het onderhouden of controleren van werk dat door robots wordt uitgevoerd of door werknemers zeggenschap te bieden over de inzet van deze robots op de werkvloer. Voor werknemers die niet in staat zijn zich ‘op te scholen’ naar ander werk voor de langere termijn, moet gekeken worden hoe deze mensen passend werk, een redelijk inkomen en een zinvol bestaan krijgen. Werknemers en werkgevers moeten deze verantwoordelijkheid, samen met de overheid, oppakken. De Actie-agenda Leven Lang Ontwikkelen die de Sociaal-Economische Raad (SER) heeft opgesteld biedt hiervoor bruikbare aanknopingspunten.

Robotisering in de toekomst

Kansen en risico’s voor de kwaliteit van werk moeten goed gevolgd worden. Daarnaast is het van belang, wanneer bedrijven gebruik van robots gaan maken, dat werknemers worden betrokken bij de invoering ervan. Zeggenschap van werknemers vermindert dat robots als een bedreiging worden gezien.

Tot nu toe is nog weinig onderzoek gedaan naar hoe robotisering doorwerkt op de werkdruk van werknemers en de mate waarin zij hun werk als betekenisvol ervaren. Door hierover in de komende jaren kennis op te doen, kan meer gericht worden bijgestuurd. Het SCP pleit voor een robotiseringsagenda gericht op de volle breedte van de kwaliteit van werk. Zo kunnen de mogelijkheden van robotisering worden benut vanuit het bedrijfsperspectief, maar ook vanuit maatschappelijk perspectief. Hiermee kunnen investeringen in kwaliteitsvol werk zich uitbetalen voor individuen, bedrijven en de samenleving. Werknemers en werkgevers moeten deze verantwoordelijkheid, samen met de overheid, oppakken.