Vrouwen met een praktische opleiding voelen zich geëmancipeerd, maar vullen dit begrip anders in dan het huidige emancipatiebeleid. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Waar het beleid met name inzet op betaald werk en economische zelfstandigheid, denken praktisch opgeleide vrouwen bij emancipatie vooral aan keuzevrijheid en regie over het eigen leven.

Beeld: © ANP

Het SCP-onderzoek bestond uit trendanalyses over de periode 1981-2020 en uit vier focusgroepen met praktisch opgeleide vrouwen. Uit de resultaten blijkt dat deze groep vrouwen emancipatie vooral associeert met ‘eigen keuzes maken’, ‘voor jezelf opkomen, ‘niet geleefd worden door je man’ en ‘zijn wie je bent’. Dat kan wat hun betreft ook een keuze voor een traditionele taakverdeling. Als je daar goede afspraken overmaakt, en beiden zich erin kunnen vinden, ben je ook ‘gelijkwaardig’, is de relatie ‘in balans’ en heb je als niet werkende ‘ook aanspraak op zijn salaris’, vinden de meesten. Slechts enkele vrouwen denken bij emancipatie spontaan aan betaald werk of financiële onafhankelijkheid - de kernpijlers van het huidige emancipatiebeleid. 

Financiële zelfstandigheid moeilijk haalbaar

In Nederland heeft 22% van de vrouwen tussen de 15 en 65 jaar een praktische opleiding (met mbo[1]1, vmbo of basisschool als hoogste opleiding). De meeste van hen werken minder vaak en minder uren dan vrouwen met een theoretische opleiding. Dit komt onder meer door ongelijke verdeling van zorgtaken binnen het gezin en soms door gezondheidsproblemen. Samen met het vaak lagere uurloon betekent dit dat economische zelfstandigheid (minstens € 1.300 netto per maand) voor deze groep vrouwen vaak moeilijk haalbaar is. 

Praktisch opgeleide vrouwen waarderen betaald werk onder andere vanwege het sociale contact, het inkomen en het gevoel bij te dragen aan de samenleving. Hoewel dit inkomen niet altijd voldoet aan de formele criteria van economische zelfstandigheid, biedt het hen wel een gevoel van eigenwaarde en gelijkwaardigheid binnen hun relatie.

Kloof tussen groepen stabiliseert

Vrouwen met een praktische opleiding voelen zich geëmancipeerd, net als vrouwen met een theoretische opleiding. De vrees bij wetenschappers dat de kloof tussen praktisch en theoretisch opgeleiden zou toenemen wordt door het onderzoek niet bevestigd. Beide groepen vrouwen zijn in de afgelopen 40 jaar moderner gaan denken over de rol van vrouwen, maar verschillen blijven bestaan.

Aandachtspunten voor beleid

Het SCP concludeert dat het huidige emancipatiebeleid met de sterke focus op betaald werk en financiële zelfstandigheid niet goed aansluit bij de realiteit en wensen van praktisch opgeleide vrouwen. Om hen beter te ondersteunen is het belangrijk dat beleidsmakers en maatschappelijke organisaties het debat aangaan over hoe beleid hierop kan inspelen. Belangrijke aandachtspunten die uit het onderzoek naar voren komen zijn:

  • Bredere definitie van emancipatie met meer ruimte voor verschillende levensinvullingen, waarbij ook zorg- en vrijwilligerswerk meer gewaardeerd wordt, ook financieel. 
  • Verbetering haalbaarheid huidige doelen. Maak de keuze voor werk en/of zorg gemakkelijker. Bijvoorbeeld door betaald verlof, toegankelijke informatie over kinderopvang en over wat het oplevert om meer uren te gaan werken.