Deze week vallen de eerste boekjes ‘Bereid je voor op een noodsituatie’ bij huishoudens op de mat. Onder het motto ‘Denk Vooruit’ legt de overheid uit hoe je je kunt voorbereiden op bijvoorbeeld een grote stroomstoring, digitale aanval of overstroming. Het boekje geeft drie stappen: (1) stel een noodpakket samen, (2) maak een noodplan en (3) praat met elkaar en help elkaar.

Beeld: © Denkvooruit.nl

Het laat zien wat mensen zelf kunnen doen en hoe zij samen met buren, vrienden en familie de eerste 72 uur van een noodsituatie kunnen overbruggen. Dat is belangrijk,  we zagen het tijdens de coronacrisis en nog recenter bij bewoners rond Utrecht, die door vervuiling tijdelijk zonder kraanwater zaten.

Maar een goed begin is nog geen volledige voorbereiding. Echte weerbaarheid gaat verder: die vraagt om gemeenschapszin en sociale banden die mensen over groepsgrenzen heen verbinden, zeker wanneer een crisis langer duurt dan die eerste 72 uur.

Onderzoek naar crisissituaties zoals Hurricane Katrina in New Orleans en de aardbevingen in Christchurch laat zien dat gemeenschapszin van groot belang is voor veerkracht. Mensen die zich verbonden voelen, ervaren minder onzekerheid en zijn sneller bereid om elkaar te helpen. In de eerste dagen zijn vooral hechte netwerken van familie en buren belangrijk. Maar na verloop van tijd helpt het als mensen contact hebben met anderen buiten hun eigen kring. Blijven mensen uit rijke en arme gemeenschappen met elkaar verbonden gedurende een crisis, dan herstelt een samenleving sneller. De een brengt middelen, de ander kennis van wat mensen echt nodig hebben.

Nederland kent gelukkig een relatief hoge sociale samenhang. Maar helaas zien we dat mensen vooral bereid zijn anderen te helpen uit hun eigen groep. De uitdaging: gemeenschapszin opbouwen over groepsgrenzen heen.

Burgercollectieven kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Overal in Nederland zien we burgerinitiatief rond belangrijke maatschappelijke vraagstukken, bijvoorbeeld rond armoede, eenzaamheid, zorg of energie. Deze week bezocht ik de Participatie Keuken, een initiatief in Den Haag dat mensen met verschillende culturele achtergronden, rijk-arm bij elkaar brengt via maaltijden. Dit soort burgerinitiatieven staan dicht bij de gemeenschap en zijn gewend te improviseren. Het zijn plekken waar mensen die normaal gesproken gescheiden leven elkaar wel tegenkomen en zich samen inzetten voor maatschappelijke doelen. Lokale overheden zouden samen met burgerinitiatieven vooruit kunnen denken door hen al in de voorbereiding op crisissituaties te betrekken bij de vraag: wat gaan we samen doen als er een crisis optreedt en hoe mobiliseren we dan de rest van de gemeenschap. Op verschillende plaatsen gebeurt dat ook al. 

Tegelijkertijd kunnen mensen zelf ook ‘voorzorgcirkels’ beginnen, zoals die al bestaan rond de zorg. Dat betekent simpelweg een netwerk te vormen van mensen die elkaar op verschillende manieren kunnen ondersteunen. Bij voorkeur met mensen uit andere leefwerelden, ook buiten crisistijd. Kijk eens naar de voetbalclub van je kind, of doe een oproep in de supermarkt, je bedrijf of in het zorgcentrum. En belangrijk: wacht niet tot een crisis uitbreekt met voor elkaar te zorgen. Juist door elkaar te leren kennen en te oefenen in samenwerken ontstaan de creativiteit en verbinding die nodig zijn voor veerkracht.

Kortom: echt vooruit denken gaat verder dan een noodpakket en een noodplan. Het betekent aansluiten bij bestaande gemeenschapskracht en bouwen aan betekenisvolle netwerken die minder homogeen zijn dan de bubbels waar we normaal gesproken in verkeren.