Het document Kennisnotitie Inkomensbeleid gaat in op hoe koopkracht gemeten en geïnterpreteerd kan worden.
Auteur: Benedikt Goderis
Beeld: © ANP
Vaak gebeurt dit met zogenoemde ‘objectieve cijfers’. Voorbeelden zijn de ramingen van het CPB en de statistieken van het CBS. Deze laten zien hoeveel mensen gemiddeld te besteden hebben. Daarbij wordt rekening gehouden met belastingen, prijzen en de samenstelling van het huishouden. Dit geeft een duidelijk en betrouwbaar beeld. Toch ontbreekt de persoonlijke beleving van mensen.
De notitie behandelt daarom ook ‘subjectieve maatstaven’. Daarbij geven mensen zelf aan hoe zij hun financiële situatie ervaren. Dat levert extra inzicht op in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld of gezinnen moeite hebben om rond te komen of bepaalde uitgaven niet kunnen doen. Door objectieve cijfers te combineren met subjectieve ervaringen ontstaat een vollediger beeld van bestaanszekerheid. Zo kan toekomstig beleid beter worden afgestemd op wat mensen daadwerkelijk ervaren.