Overall rapportage sociaal domein 2015

Rondom de transitie.

Auteur(s): Evert Pommer, Jeroen Boelhouwer (red.)
ISBN/ISSN/anders: 978 90 377 0788 5

Helaas hebben wij ontdekt dat in de berekening van de regionale verschillen op Coropniveau in de Overall Rapportage Sociaal Domein 2015 een fout is geslopen. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de conclusies in hoofdstuk 5 van deel A van de Overall Rapportage Sociaal Domein 2015 (pag. 127 e.v.). Op dit moment werken we hard aan een herberekening. Indien die aanleiding geeft tot een rectificatie, dan volgt deze zo spoedig mogelijk.

4 december 2017

Rapportage uit 4 delen

Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet. Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt het SCP periodiek een “Overall Rapportage Sociaal Domein”, die inzicht geeft in ontwikkelingen die zich voordoen in het gedecentraliseerde sociaal domein. De Overall Rapportage geeft een landelijk beeld en biedt geen inzicht in de situatie of ontwikkelingen bij afzonderlijke gemeenten. De rapportage bestaat uit 4 delen, die elk vanuit een specifiek perspectief op het sociaal domein zijn opgesteld.

Deel 1: landelijke rapportage gericht op voorzieningen

Deel 1 geeft op hoofdlijnen een cijfermatig overzicht van het gebruik van voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning, voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering en voor arbeidsparticipatie. De cijfers in deze rapportage hebben zowel betrekking op de periode voorafgaande aan de decentralisatie (2010-2014) als op het eerste halfjaar van 2015. Ook worden de eerste inzichten gegeven in regionale verschillen in het gebruik van voorzieningen. Deel 1 sluit af met informatie over het meervoudig gebruik van voorzieningen in het sociaal domein (stapeling) en veranderingen in het gebruik (dynamiek).

Deel 2: rapportage van de kwaliteit van leven in het sociaal domein

Op basis van een enquête in het najaar van 2015 gaat deel 2 in op de problemen die burgers ondervinden en de mate waarin zij die problemen kunnen oplossen, zelf of met behulp van hun sociale netwerk. Kernwoorden zijn kwetsbaarheid, participatie en redzaamheid. Dit deel bevat ook een ‘kwaliteit van leven index’, die aangeeft hoe burgers er voor staan in het sociaal domein als geheel. Tot slot wordt gekeken naar hun subjectieve welbevinden.

Deel 3: kwalitatieve rapportage van de uitvoeringspraktijk in enkele gemeenten

In deel 3 wordt verslag gedaan van een kwalitatief onderzoek naar de uitvoeringspraktijk in 2015 in drie gemeenten. Dit onderzoek beschrijft de ervaringen en perspectieven van direct betrokkenen (gemeenten, aanbieders, professionals en cliënten). De focus ligt op het integrale werken, het omgaan met eigen kracht en de ervaren regeldruk. Daarnaast is er speciale aandacht voor cliënten met problemen op meerdere vlakken (multi-probleemhuishoudens).

Deel 4: bestuurlijke rapportage op vijf thema’s

Deel 4 geeft inzicht in vijf bestuurlijke aspecten die samenhangen met de decentralisaties in het sociaal domein. (1) het inzicht van gemeenten in de maatschappelijke problematiek, (2) de financiële positie van gemeenten, (3) de sturing en controle door de gemeenteraad, (4) de uitvoering door de ambtelijke organisatie en (5) samenwerking tussen gemeenten in het sociaal domein. Dit deel is niet door het SCP verzorgd, maar door KPMG-Plexus en integraal in de Rapportage opgenomen.

Van deze publicatie is ook een samenvatting verschenen.

Gebruikte databestanden

Verder zijn registratiegegevens gebruikt van het CAK, UWV, Panteia en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.