Meer aandacht voor gemeenschapszin als bron van maatschappelijke veerkracht tijdens crises en transformaties
We leven in een tijd van crisisdreiging en grote transformaties, onder meer op het gebied van klimaat. In technische zin lijkt de samenleving behoorlijk toegerust om daarvoor de juiste maatregelen te treffen. Maar weerbaarheid is niet alleen een technisch vraagstuk, betoogt Karen van Oudenhoven, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Hoe weerbaar we zijn, hangt sterk af van de veerkracht van mensen, organisaties en instituties. In de oratie die zij op 27 juni 2025 als bijzonder hoogleraar Maatschappelijke Veerkracht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam uitspreekt, stelt zij dat we meer dan ooit behoefte hebben aan gemeenschapszin. En dat gemeenschappen en burgercollectieven onmisbaar zijn voor stressreductie, onderlinge solidariteit en probleemoplossend vermogen in crisissituaties en tijdens grote transities.

Van Oudenhoven betoogt dat het bij veerkracht in tijden van crises en grote maatschappelijke transities niet alleen draait om slimme protocollen en crisisplannen. “Het zit in de verbinding tussen mensen. In hoe we met elkaar omgaan, hoe we elkaar helpen, en hoe we samen problemen oplossen.”
Burgers zijn geen klanten en burgercollectieven zijn geen uitvoerders van beleid
Van Oudenhoven roept politiek en bestuur op om de relatie met burgers opnieuw te bekijken. “Zie burgers niet langer als klanten van beleid, maar als actieve deelnemers in het beleidsproces. Betrek hen vanaf het begin bij het analyseren van problemen en het nadenken over oplossingen.” Ze pleit voor een receptieve overheid die burgers maar ook burgerinitiatieven de ruimte en vertrouwen geeft. Alleen dan ontstaat het vertrouwen dat nodig is om samen de schouders onder maatschappelijke uitdagingen te zetten.”
Verbinding over groepsgrenzen heen
Een belangrijke boodschap in haar rede is ook dat gemeenschapszin niet vanzelf ontstaat. Zeker niet in een diverse samenleving. “We hebben de neiging vooral om te kijken naar mensen die op ons lijken. Maar juist verbinding over groepsgrenzen is van groot belang tijdens crisissituaties. Er is dan minder risico op spanningen in de gemeenschap en netwerkverbindingen tussen mensen uit bijvoorbeeld arme en rijke buurten zorgen ervoor dat een gemeenschap sneller herstelt na crises.” Daarom pleit Van Oudenhoven ervoor de sociale en fysieke omgeving zo in te richten dat contact en solidariteit tussen mensen wordt bevorderd. Als mensen elkaar ontmoeten en begrijpen is de kans groter dat ze in tijdens van crisis iets voor elkaar willen doen.
Kwetsbare groepen verdienen extra aandacht
In haar oratie waarschuwt Van Oudenhoven voor het risico dat mensen die moeite hebben om mee te komen in de samenleving uit het oog worden verloren. “Wie weinig hulpbronnen heeft – zoals inkomen, een sociaal netwerk of goede gezondheid – loopt extra risico tijdens crisissituaties. Mensen hebben de neiging te denken dat zij wel gewend zijn aan tegenslag en daardoor weerbaarder zijn. Dat idee moeten we doorbreken.” Volgens Van Oudenhoven moet beleid dan ook expliciet gericht zijn op het ondersteunen van mensen met weinig hulpbronnen.
Een verbindend verhaal
Gemeenschapszin komt volgens van Oudenhoven pas tot bloei wanneer de overheid zich sensitiever opstelt ten opzichte van de pluriformiteit onder burgers en hun organisatorische en institutionele verbanden. In haar oratie schetst zij het belang van een verbindend verhaal over een gedeelde toekomst waarin iedereen zich herkent, ongeacht afkomst of overtuiging. Het politiek bestuur kan daar een belangrijke rol in spelen door verschillende narratieven expliciet te erkennen en het gedeelde toekomstverhaal rond crises en transities uit te dragen. Vanuit een visie waarin de waarden van de democratische rechtstaat als leidend principe gelden.
Samenwerking en aansluiten bij bestaande collectieven
Tot slot weerlegt zij de kritiek dat dat het stimuleren van gemeenschapszin betekent dat de overheid haar verantwoordelijkheid afschuift. “Samenwerking betekent juist dat de overheid haar rol serieus neemt – door ruimte te maken voor de kracht van de samenleving.” Haar boodschap is dan ook helder: “Veerkracht gaat over verbinding. Laten we daarin blijven investeren.”